Doorgaan naar hoofdcontent

Boodschap van de overheid; Niet wegkijken voor kindermisbruik!



Boodschap van de overheid; Niet wegkijken voor kindermisbruik!

 

Niet wegkijken voor kindermisbruik en kinderporno word er constant door de overheid in commercials verteld, maar er word door deze zelfde overheid en haar Nederlandse burgers steeds wegkeken als er een onschuldig iemand bestraft wordt om de zogenaamde kinderporno.

 

De wetgeving die is opgesteld om kindermisbruik tegen te gaan, levert ook vele onschuldige slachtoffers op uit deze wetgeving die niet deugd en elk onschuldig persoon bestraft word.

 

In deze wetgeving worden seksueel misbruik, naturisme en seksueel gedrag maar zelfs de seksuele ontwikkeling van kinderen over één kam geschoren. De wet is gemaakt nogmaals om kindermisbruik tegen te gaan, en om even een voorbeeld te noemen; een volwassen iemand die onder dwang of vastgeketend een kind betast of binnendringt. (dit is het misbruik waar deze wetgeving voor bedoeld en gemaakt is)

 

Hoe is het dan ook mogelijk dat mensen die zich niet met dit misbruik of de beelden hiervan toch bestraft kunnen worden voor kinderporno en kindermisbruik?

 

Door eigen onderzoek blijkt het volgende;

 

1. Als kind van enkele jaren oud loop je lekker thuis in je blote kont te spelen met enkel een shirtje of een truitje aan, als pappa of mamma jou voor later op de foto willen zetten en jij als kind voor de gein je shirtje of truitje omhoog doet om je gezicht te bedekken. Omdat uw kind zijn truitje/shirtje omhoog doet, is dit volgens deze wetgeving onnatuurlijk gedrag en zou er bewust aandacht op de geslachtsdelen gelegd zijn en bent u bezig geweest met het maken en produceren van kinderporno, en heeft u daar mee ook kinderporno in het bezit en bent u dus strafbaar.

 

2. Uw tienerkind is alleen thuis, en gaat uit nieuwsgierigheid op onderzoek uit in uw slaapkamer naar sexspeeltjes. Vervolgens heeft u kind een dildo gevonden, en maakt voor vrienden of vriendinnen een selfie met die dildo. Voor uw tiener is het niets meer dan een leuke grap en deelt die foto online, maar volgens de wetgeving kinderporno is een foto van een minderjarige met een sexspeeltje al kinderporno en kindermisbruik. En zo kunt u als onwetende ouder bestraft worden voor kindermisbruik, en uw kind voor het maken en verspreiden en in het bezit hebben van kinderporno.

 

3. Tijdens de vakantie gaan jullie als gezin naar een naturistencamping, vervolgens zitten jullie lekker buiten aan het ontbijt en ligt jullie zoon nog te slapen in bed. Net altijd worden er op vakantie foto’s genomen, en maak jij ook deze vakantie weer leuke kiekjes en herinneringen voor later. Plots staat jullie zoon in de opening van de caravan kijkend naar buiten, en jullie zien het slaperige gezicht van jullie zoon. En om die slaapkop vast te leggen word er vanaf de ontbijttafel zittend vanaf de stoel een fotogemaakt van jullie zoon, terwijl zijn slaperige kop opvalt en niet gezien hebben dat zoon lief een ochtend erectie of odol heeft. Na jullie vakantie laten jullie de foto’s ontwikkelen bij de fotograaf, die vervolgens de foto van jullie zoon met erectie opmerkt en bij de politie melding maakt van kinderporno.

 

De foto is een naturisten foto en heeft helemaal niets met kindermisbruik en of kinderporno te maken zou je als gezond mens denken, maar alsnog krijg jij de politie aan de deur en word je huis overhoop gehaald om opzoek te gaan naar telefoons, computers en ander digitaal opslagmateriaal. Omdat jullie thuis als naturist leven en altijd naakt zijn en ook naakt slapen en jij dus regelmatig jullie privé-leven vastlegt voor later net als ieder ander die dat gekleed doet. Door de politie word op elke gegevensdrager foto’s gevonden van jullie naakte bestaan ook als jullie kinderen nog lekker liggen te slapen nog even een foto nemen, maar zo onschuldig als het eigenlijk is en het had moeten zijn is het volgens deze wetgeving kinderporno en kindermisbruik en bent u dus strafbaar.

 

Ook hieraan kan iedereen uit opmaken en zien dat de wetgeving niet klopt en of deugd, als zelfs binnen naturisten verenigingen en organisaties gewaarschuwd word om foto’s van je naturistenvakantie of andere naturisten activiteiten niet bij een fotograaf te laten ontwikkelen om de verwarring met kinderporno en kindermisbruik te voorkomen en daarom de foto’s maar bij iemand van de leden te laten ontwikkelen.

 

4. Omdat pappa en mamma weg zijn heeft u zoon of dochter die middag het huis en rijk alleen, en nodigt uw kind op die oudervrije dag een vriendje of vriendinnetje uit om te komen chillen. Omdat elke tiener vol hormonen zit en vol in lichamelijke en seksuele ontwikkeling zit breng dit ook een hoop nieuwsgierigheid met zich mee en vele vragen, zoals; hoe ziet de piemel van mijn vriend eruit?, hoeveel schaamhaar iemand zou hebben?, is jouw piemel groot genoeg?, hoe voelt het om afgetrokken te worden?, hoe voelt het om gepijpt te worden?, hoe zou het voelen als je neukt?, hoe is het om te beffen of te vingeren?, hoe groot zijn de borsten van mijn vriendin?, Kortom allemaal vragen wat ze onzeker en nieuwsgierig maakt en als vrienden en of vriendinnen onderling op onderzoek uit gaan, dit is niet abnormaal maar een fase van de puberleeftijd en dat hoort nu eenmaal bij de seksuele ontwikkeling net als vroeger doktertje spelen. Ieder mens op aarde zowel volwassenen als kinderen hebben gevoel, maar of u het nu geloven en zien wil zijn dit ook lichamelijke en seksuele gevoelens. Anno 2021 en zelfs bijna anno 2022 is de overheid bezig om deze gevoelens bij kinderen af te pakken en zelfs onze kinderen te misgunnen, niet dat ik voor seks tussen volwassenen en kinderen ben dat absoluut niet! Maar een kind zijn seksuele ontwikkeling en dat van hun leeftijdsgenootjes afpakken dat gaat veel te ver, de seksualiteit word wel van onze kinderen afgepakt maar niet van hun ouders. Diezelfde ouders mogen hun seksuele activiteiten vast leggen of foto of video en zelf die online te volgen zijn, waarom mogen uw minderjarigen kinderen dat niet?

 

Als een overheid zoals ze nu doen de seksuele ontwikkeling van onze kinderen afpakt en ze niets mogen doen dat heel natuurlijk gedrag is, levert dat juist bij onze kinderen frustratie en zelfs meer onzekerheid op. Als onze kinderen naar porno opzoek gaan en gaan kijken zien ze niet wat echte liefde en seks is, ze leren juist dat het alleen maar om de daad gaat en nergens anders, geen liefde maar juist alleen een vrouw als een gebruiksvoorwerp. Een vrouw of een meisje is geen telefoon, dat als je na een halfjaar genoeg hebt van je smartphone een andere koopt. In alle porno die op internet en televisie te zien is draait alles om grote piemels, grote borsten en ver spuitend klaarkomen, ofwel niets is zoals in de werkelijkheid en maakt onze jeugd alleen maar onzeker en depressief.

 

Dus wat gaat uw kind dan thuis doen tijdens uw afwezigheid?

Samen met het vriendje of vriendinnetje achter de computer opzoek naar porno, en tijdens het kijken van die porno gaan ze zichzelf of elkaar masturberen of misschien wel nog een stapje verder. Omdat het heel normaal is om ook seksuele activiteiten vast te leggen op foto en video of dit online met de buitenwereld te delen, en heeft u kind een filmpje gemaakt toen ze elkaar masturbeerde. Maar omdat er bij u thuis maar één computer is die met het hele gezin gedeeld word en iedereen zijn eigen mapje heeft, belanden de foto’s en film opnames van uw kind dat masturbeerde op uw computer.

 

Vervolgens gaat deze computer kapot en wordt ter reparatie aangeboden in de computerwinkel, waar de computer grondig nagekeken word en zo nodig gerepareerd.

Deze computerwinkel is met uw computer naar de politie gegaan omdat men de masturbatie foto’s en filmpjes van uw kind hebben gezien, en als blijkt dat uw kind met andere naakt foto’s en filmpjes gedeeld hebben u een groot probleem heeft. U krijgt de politie op uw dak en die verwijzen telkens naar u als vader, omdat u uw Microsoft account gebruikt heeft om de computer te instaleren en te registreren, en terwijl pappa er niets vanaf weet als pedofiel neergezet word. Want die zogenaamde kinderporno staat wel op zijn computer, en blijkt u seksuele interesses te hebben in kinderen.

 

 

 

Boodschap aan de overheid; Niet wegkijken voor slachtoffers van de wetgeving kinderporno en kindermisbruik!

 

Via zoekresultaten op het internet ben ik diverse onderzoeken tegen gekomen, helaas met schokkende resultaten van de voorbeelden zoals hierboven beschreven.

 

Uit onderzoek is gebleken dat bij 99% van zogenaamde kinderporno zaken van geen enkel seksueel misbruik en kindermisbruik spraken was, maar het ging om naturisten afbeeldingen en naakte spelende kinderen of vrijwillige seksuele handelingen door de minderjarige zelf.

 

En volgens de GGD en Sense seksuele gevoelens en gedragingen van en door kinderen een geheel natuurlijk proces is en te maken heeft met de seksuele ontwikkeling van kinderen, ook UNICEF verklaard in een onderzoek dat geen enkel naakt voor kinderen schadelijk is. Het gaat zowel om het zelf naakt te tonen als het zien van ander naakte mensen, dan zou ook elk kind dat een naaktstrand en naaktcamping bezoekt ook trauma’s moeten hebben opgelopen, net als het wonen in een land waar armoede is en een te kort aan kleding of een volksstam waar geen kleding gedragen wordt.

 

Zo kwam ik ook uit op een onderzoeksrapport dat door middel van diverse onderzoeken is opgesteld aan de regering omterend deze wetgeving, zoals u verderop hier onder kunt lezen en het gaat vergelijken met de wetgeving roept het niets anders dan vragen op!

 

Onderzoeksrapportage aan de regering

 

Gepubliceerd in: De Helling, zomer 2008 Kinderporno,

 

Pedofilie en de Tijdgeest Erik van Ree

 

December vorig jaar kondigde minister van Justitie Hirsch Ballin een wetsvoorstel aan waarmee het zich “toegang verschaffen” tot kinderporno en het “bekijken zonder bezit” strafbaar gesteld gaat wor[1]den. “Bezit” is al strafbaar sinds 2002, een van de vele recente aanscherpingen van de zedelijkheids[1]wetgeving. De nieuwe wetswijziging reageert op de mogelijkheid om plaatjes te bekijken die men niet downloadt, en dus niet in bezit heeft, maar die wel naar believen oproepbaar zijn. Zolang de site in de lucht is komt dit in de praktijk in de buurt van bezit. Voor de bewijslast denkt de minister ondermeer aan betalingsgegevens. Het wetsvoorstel kan rekenen op kamerbrede steun. Zonder kijkers zou de kinderporno-branche niet kunnen bestaan, zo is de redenatie, en het is dus niet onredelijk om ook het kijken, het consumentendeel van deze markt, aan te pakken. Ik begrijp deze redenatie wel, maar de aanscherping van de wet lijkt mij toch ongewenst. Er laat zich over een breed front een verstrakking van de tijdgeest waarnemen, overal waar normen en waarden in het geding lijken te zijn: het drugsbeleid (paddo- en growshopsverbod), de nieuwe bestialismewet, alcoholgebruik van jeugdigen, geweld en seks in de media. Overheidsbemoeienis met het privé-leven wordt steeds makkelijker geaccepteerd. Dit wil niet zeggen dat zwakke groepen geen wettelijke bescherming zouden behoeven. Aanscherping van de wetgeving op seksueel gebied is in veel gevallen uitdrukking van een toegenomen gevoeligheid tegenover onrecht en dwang, en dient vanuit liberaal oogpunt dus juist toegejuicht te worden. De strafbaarstelling van verkrachting binnen het huwelijk is een goed voorbeeld. De nood[1]zaak van wettelijke bescherming van kinderen tegen seksuele dwang en exploitatie kan in redelijkheid niet betwijfeld worden. Wettelijke beschermingsmaatregelen worden echter steeds vaker te zwaar aangezet en nemen een repressieve vorm aan. Het vertrouwen in de autonome vermogens van jeugdi[1]gen en andere “zwakke” groepen is tanende. Ik heb de indruk dat het kind fungeert als een scherm waarop we de angsten van onze tijd uitvergroot projecteren. Dit komt de redelijkheid in de wetgeving ten aanzien van zowel kinderporno als pedofilie niet ten goede.

***

 

Het lijkt mij juist om te stellen dat pedofilie een problematische seksuele voorkeur is, die niet zonder meer op één lijn gesteld kan worden met homo- en heteroseksualiteit. Door het rijpingsverschil tussen 2 volwassenen en kinderen kan makkelijk een incongruentie ontstaan tussen wat het kind en wat de volwassene bevredigend of opwindend vindt. Daarnaast opent het grote machtsverschil tussen hen mogelijkheden voor machtsmisbruik en dwang. Toch kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat we de proporties zo langzamerhand uit het oog verliezen. De omslag in de publieke opinie mag opmerkelijk worden genoemd. Tot in de jaren negentig leefde onder een aanzienlijk deel van de academische wereld van sociologen, psychologen en psychiaters de opvatting dat het te kort door de bocht zou zijn om te beweren dat seks met volwassenen kinderen per definitie zou beschadigen. Inmiddels is de situatie omgeslagen en worden nuancerende gelui[1]den nauwelijks meer gehoord. Voor enkele uitzonderingen zij naar de literatuurlijst verwezen. Toch kan ik mij niet voorstellen dat de deskundigen op dit gebied in hun hart en masse omgeslagen zijn. Ook nu nog geeft wetenschappelijk onderzoek immers geen aanleiding tot totale veroordeling van seksueel contact tussen kinderen en volwassenen. Er lijkt eerder sprake te zijn van aanpassing van wetenschappers en opinieleiders aan een geëmotioneerde publieke opinie dan van voortschrijdend inzicht. Uit de communicatiewetenschap kennen we het begrip van de “zwijgspiraal”. Als nog maar weinigen het aandurven om een gevestigde opinie in twijfel te trekken, dan ontstaat bij de resterende dissidenten het idee dat ze kennelijk alleen staan en zij zwijgen dan ook maar. Zo versterkt het zwijgen zichzelf. De gedachte dat seks tussen volwassenen en kinderen alleen maar het volwassen belang kan dienen en kinderen niets dan narigheid brengt, is voor velen inmiddels vanzelfsprekend geworden, maar is in feite ideologisch gekleurd. Zoals in het werk van Gert Hekma wordt benadrukt zijn hier twee discours te onderscheiden, die soms ongemerkt in elkaar overgaan. Het ene draait om de conservatief-christelijke fatsoensnorm, in het andere staat het socialistische en feministische gelijkheidsideaal centraal. Een belangrijke component van het eerste wereldbeeld is de gedachte dat kinderen nog niet aan seks toe zijn. Kinderseks is niet normaal. In deze visie is seksuele dwang eigenlijk een bijkomend probleem. Kinderen moeten niet alleen tegen dwang maar ook tegen het seksuele als zodanig worden beschermd. Maar eigenlijk weten we wel dat kinderen geen aseksuele wezens zijn. Jongetjes hebben erecties vanaf hun geboorte. Jongetjes en meisjes van acht of negen spelen “doktertje”. Uit het rapport over de seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2005, Seks onder je 25e , blijkt dat 34 procent van de twaalfjarige jongens masturbeert en 13 procent van de meisjes van die leeftijd. Meer dan een kwart van de vijftienjarige jongens en meisjes hebben geslachtsgemeenschap gehad. Bestaan er seksuele contacten tussen volwassenenen en kinderen die door de laatsten als aangenaam worden ervaren? Men zou kunnen denken dat zo iets nauwelijks voorkomt. De these van het voor kinderen per definitie traumatische karakter van pedofiele contacten berust grotendeels op klinische en juridische steekproeven, gedaan onder mensen die zich als slachtoffer van misbruik bij de politie meldden of bij wie misbruik in de jeugd tot psychiatrische klachten heeft geleid. Deze studies zijn overtuigend. Er is geen reden om iets af te doen aan de gedachte dat kinderen die jarenlang onder 3 geheimhouding tot seks gedwongen zijn door een hel zijn gegaan en daar later nauwelijks mee kunnen leven. Deskundigen zoals David Finkelhor concluderen hieruit dat schade min of meer onvermijdelijk en meestal ernstig is. De wetgever en de publieke opinie volgen de door deze school verdedigde generalisering van klinische resultaten. Toch hoef je niet lang te zoeken naar voorbeelden van kinderen die niet alleen genoegen beleefden aan seks met volwassenen maar daar zelfs de initiatiefnemers van waren. Deze voorbeelden botsen zo met de huidige tijdgeest dat ze als het ware “onzegbaar” geworden zijn, maar ze laten zich niet wegpoetsen. Schrijver/dichter Jaap Harten beschrijft in zijn overwegend autobiografische Operatie Montycoat (1964) zijn seksuele relatie, op veertienjarige leeftijd, met een Canadese officier. In haar biografie van Hans van Manen beschrijft Eva van Schaik hoe Hans amper elf jaar oud seks had met mannen in de ondergrondse homocultuur. Hij ervoer deze contacten als leuk en uitdagend en ze mogen wat hem betreft beslist niet als misbruik worden beschouwd: hij nam immers zelf het initiatief. Rudi van Dantzig beschrijft in zijn autobiografische roman Voor een Verloren Soldaat hoe hij op het einde van de oorlog als elf- of twaalfjarig jongetje een intense en opwindende seksuele relatie had met een Canadese soldaat. Het verhaal is prachtig verfilmd en tot mijn verbazing enkele jaren geleden nog uitgezonden op de Nederlandse televisie, als ik me niet vergis bij de NCRV. Van Dantzig heeft overigens later gezegd dat hij zijn ervaring een gemengd genoegen vond en dat hij achteraf liever later met seks begonnen was. In Pim Fortuyns autobiografie kunnen we lezen hoe deze als jongetje van vijf bij een zich aftrekkende soldaat in de slaapzak kroop en hoe opwindend hij dat vond. Een paar jaar later trok hij zelf een man af en vond het opnieuw geweldig spannend. Bovengenoemde gevallen vormen het topje van de ijsberg. De literatuur (zie voor Nederland bijvoorbeeld het werk van Theo Sandfort) staat vol met goed gedocumenteerde case studies van vooral mannen die met genoegen terugdenken aan de seksuele spelletjes die ze op zeer jonge leeftijd speelden met volwassenen - veel spannender dan met leeftijdsgenootjes. Hoewel het niet meer hardop gezegd mag worden weten veel homo’s nog altijd heel goed dat zij als kind of jongere zulke contacten hadden en dat ze daar niets van opgelopen hebben. Door de huidige gespannen sfeer in Nederland wordt een niet onbelangrijk stukje werkelijkheid verdonkeremaand. De vraag naar de schadelijkheid van pedoseksuele contacten is niet eenvoudig te beantwoorden. Om te beginnen moet een onderscheid worden gemaakt tussen de ontoelaatbaarheid van dwang en het vraagstuk van de schade. Seksuele dwang wordt door mensen ervaren als een diepe inbreuk op hun persoonlijke integriteit en is dus altijd onaanvaardbaar en strafwaardig. De ervaring volkomen machteloos te zijn geweest, psychisch en fysiek als het ware opengebroken te zijn, is voor een kind vaak nog ellendiger dan voor een volwassene die wordt verkracht. Of en in hoeverre er bij al dan niet gedwongen seks tussen volwassenen en kinderen schade optreedt, dat wil zeggen psychiatrische klachten zoals angst- of depressieve stoornissen, is een andere zaak. Het is ondenkbaar dat door onderzoek ooit een vast, altijd negatief of positief verband zal worden vastgesteld. Mensen reageren nu eenmaal 4 niet mechanisch hetzelfde op levenservaringen. De maatschappelijke en persoonlijke context is mede[1]bepalend voor de beleving door betrokken kinderen. De meest spraakmakende statistische studie naar de effecten van pedofiele contacten op kinderen verscheen in 1998 in het gezaghebbende Amerikaanse Psychological Bulletin. Bruce Rind, Philip Tromovitch en Robert Bauserman maakten een meta-analyse, waarin de belangrijkste eerder gedane studies naar zulke effecten binnen de populatie van studenten werden gesynthetiseerd. Ten eerste werd bekeken hoe betrokkenen op hun ervaring terugkeken. Van de vrouwen was 72 procent er negatief over en 11 procent positief, van de mannen respectievelijk 33 en 37 procent. Rind en zijn collega’s stelden ten tweede vast dat de meerderheid van mannen zowel als vrouwen zelf rapporteerde er geen blijvende schade van te hebben ondervonden. Een minderheid van de mannen en ongeveer de helft van de vrouwen rapporteerde dat daar naar hun eigen gevoel tijdelijk wel sprake van was geweest. Ten derde werd de feitelijke ontwikkeling van psychische klachten onderzocht. Ongeveer tien procent van betrokkenen had later zulke klachten ontwikkeld. In de onderzoeken waren zowel vrijwillige als afgedwongen en gewelddadige contacten meegenomen. Bovendien waren de gemeten klachten statistisch voor een deel niet aan de contacten zelf toe te schrijven maar aan slechte familieomstandigheden. Onderzoeksresultaten verschillen onderling sterk. Maar met enige slagen om de arm kan men stellen dat onderzoeken in niet-klinische populaties (niet alleen onder studenten zoals in bovengenoemde studie) uitwijzen dat er in een zeer aanzienlijk deel van de pedofiele contacten, misschien in de meerderheid daarvan, geen schade optreedt. Resultaten zijn wel negatiever voor meisjes dan voor jongens en voor jongere kinderen dan voor oudere. In het grote aantal gevallen dat er wel van psychiatrische schade sprake is speelt de vraag of het contact gedwongen of vrij was echter een grote rol. Daarnaast blijken ook familieachtergronden van betrokkenen vaak een belangrijke factor in het ontstaan van de klachten. Tot slot blijkt dat de eventuele schade ook medebepaald wordt door de morele attitude van het gezin en van politie en justitie. Hoe negatiever deze tegenover het gebeurde staan, hoe meer schuldgevoel, schaamte en verontrusting bij het kind. Een voorzichtige conclusie lijkt dat wan[1]neer deze drie factoren worden meegewogen er van schade ontstaan puur door het contact, indien dit vrijwillig is, gemiddeld niet veel overblijft.

***

 

Met deze gegevens kan het discours van het socialistische en feministische gelijkheidsbeginsel in perspectief worden geplaatst. Dit discours ontbeert de antiseksuele gerichtheid maar formuleert de bezwaren tegen pedofilie in termen van het te grote machtsverschil. Kinderen zouden niet in staat zijn om in te stemmen of hun instemming te onthouden. Het machteloze kind zou tegenover een volwassene niet vrij zijn. Ik vind dit niet overtuigend. Het is waar dat kinderen door kwaadwillende volwassenen makkelijk gedwongen kunnen worden om tegen hun wil iets te ondergaan. Dat is echter iets anders dan te beweren dat zij zelf hun wil niet tot uitdrukking zouden kunnen brengen. Dat laatste lijkt mij evident 5 niet waar. Vanaf de vroegste leeftijd laten kinderen op alle mogelijke manieren weten dat ze iets perse wel of niet willen - vaak tot wanhoop van hun ouders trouwens. De gedachte dat zij als zodanig wilsonbekwaam zijn lijkt mij eigenlijk uit de lucht gegrepen. Men zou echter kunnen betogen dat een kind nooit over voldoende informatie kan beschikken voor een weloverwogen keuze. Het kan het toekomstige schaderisico immers niet overzien. Zelfs als een kind een seksueel getint contact eigener beweging aangaat en als opwindend en plezierig ervaart, zouden later alsnog ernstige psychiatrische klachten kunnen ontstaan. In redelijkheid moet worden erkend dat zoiets nooit onmogelijk is. Zelfs volwassenen kunnen op allerlei manieren in de knoop raken door een seksueel contact, ook als dat vrijwillig werd aangegaan. Toch vind ik de stelling niet overtuigend genoeg. Er is op basis van de boven besproken onderzoeksgegevens geen aanleiding om te denken dat eigener beweging aangegane en als positief ervaren contacten later vaak tot ernstige klachten zouden leiden. Zo iets is op basis van commonsense ook niet te verwachten. Posttraumatische stress treedt op na een trauma, een afschuwelijke gebeurtenis die moeilijk verwerkt kan worden en de slachtoffers daarom veel later nog in de narigheid kan brengen. In het debat over pedofilie wordt echter op iets anders gedoeld, namelijk de mogelijkheid dat een prettig contact veel later alsnog als afschuwelijk wordt ervaren. Ook dat is uiteraard niet onmogelijk, maar vaak zal het niet voorkomen, en er is dan meestal sprake van herinterpretatie van jeugdervaringen vanuit de heersende moraal. Het schadebeginsel van de negentiende-eeuwse liberale denker John Stuart Mill, verfijnd door de rechtsgeleerde Joel Feinberg, blijft het verstandigste uitgangspunt van wetgeving. Artikel 247, dat seksueel contact met iemand onder de zestien strafbaar stelt, lijkt hiervan uit te gaan, maar het is de vraag of dat werkelijk het geval is. Om een handeling die niet per definitie beschadigend is maar wel een schaderisico in zich draagt strafbaar te stellen moet aan aantal voorwaarden zijn voldaan. Het risico moet aanzienlijk zijn, en bovendien afgewogen worden tegen de schade die de in het verbod besloten vrijheidsbeperking met zich meebrengt. Daarnaast moet het niet haalbaar zijn om via beperktere strafbaarstellingen de risico’s aan te pakken. De in artikel 247 genoemde leeftijdsgrens zou mijns inziens beter geschrapt kunnen worden. De schaderisico’s worden namelijk via andere bestaande wetsartikelen al aangepakt. De artikelen 244 en 245 verbieden het seksueel binnendringen bij iemand onder de zestien jaar. Het staat buiten kijf dat anale of vaginale penetratie van een kinderlichaam onder een nader te bepalen leeftijd - zestien lijkt te hoog – een vorm van geweldpleging is en als zodanig bestraft moet worden. Artikel 248a verbiedt seksueel contact met iemand onder de achttien via omkoping (kinderprostitutie), misleiding of “misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht”. Deze formulering is ruim genoeg om alles wat een kind schade berokkent te bestraffen. Met deze wet in de hand kan de rechter ook veroordelen wanneer een ogenschijnlijk vrij gegeven instemming van een kind in werkelijkheid toch door manipulatie tot stand kwam. Artikel 249 bestraft een volwassene die seks heeft met iemand onder de achttien, indien deze tot hem of haar in een formele afhankelijkheidsverhouding staat, zoals in het 6 geval van ouders, leraren of zorgverleners. Het lijkt aannemelijk dat van een vrije wilsbeschikking van kinderen die aan formeel gezag onderworpen zijn moeilijk sprake kan zijn, zodat strafbaarstelling op zijn plaats is. Het zou misschien wel gewenst zijn om in de laatste twee wetsartikelen de grens te ver[1]lagen naar zestien, de leeftijd waarop men in Nederland geacht wordt seksueel volwassen te zijn. Zo zou een wettelijke omgeving kunnen ontstaan waarin contacten tussen kinderen en volwassenen niet langer per definitie strafbaar zijn, maar kinderen toch goed worden beschermd.

***

 

Het vraagstuk van de kinderporno staat deels los van dat van pedoseksualiteit. Artikel 240b definiëert kinderporno als een afbeelding van een “seksuele gedraging” van iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt. Er hoeft dus geen volwassene in beeld te zijn. Kinderporno variëert van afbeeldingen van uitdagend kijkende naakte jongens tot seksuele mishandelingen van kinderen door volwassenen, met alles daar tussenin. Er wordt wel gefilmd op naturisten-campings. De branche drijft op misbruik van kwetsbare groepen. Vaak worden heel jonge kinderen onder dwang geëngageerd. Het gaat dan mogelijk om bekenden of familieleden van de makers. Sekstoeristen filmen kinderprostituees in Zuid-Oost-Azië. Daarnaast is er Oost-Europees materiaal, bijvoorbeeld uit Tsjechië en Rusland, waar weggelopen of zojuist uit de gevangenis ontslagen zwerfjongeren tegen een vergoeding verleid worden om te poseren. Uitgangspunt van de wetgeving blijft het voorkomen van schade aan kinderen. Officieel is er geen zedelijkheidsnorm in het geding. Toch is dat in feite wel het geval. Zoals gezegd geldt elke afbeelding van een seksuele gedraging van een niet-volwassene als strafwaardig. Dit uitgangspunt is mijns inziens fout. Volgens de thans geldende “aanwijzing kinderpornografie” is het niet de bedoeling om een “normale afbeelding van een geheel/gedeeltelijk ontbloot kind in de gezinssfeer” te vervolgen. Maar alle afbeeldingen van jeugdigen in een “onnatuurlijke pose” of in een “duidelijk seksueel getinte houding”, of waar de aandacht van de kijker op de geslachtsdelen wordt gericht, zijn strafbaar. Een jongen met een erectie fotograferen, of een foto van kinderen die een seksueel spelletje spelen, valt onder de strafwet, ook als een en ander spontaan plaats vond. Ook kunstuitingen, bijvoorbeeld artistieke naaktstudies, met een “kinderpornografische uitstraling” moeten worden onderzocht op eventuele wetsovertreding. Welbeschouwd heeft dit alles met pedoseksualiteit weinig te maken. De wetgever beoogt iets omvattenders, namelijk elke afbeelding van seksueel gedrag van kinderen uit te bannen. Het hele the[1]ma kind en seks dient letterlijk onzichtbaar en ongezien te worden. Het wetsartikel staat op gespannen voet met het gegeven dat ook niet-volwassenen een seksueel leven hebben. Waarom zou de samenleving het in beeld brengen daarvan met een algeheel verbod moeten treffen? Het ware beter de vervaardiging van seksueel beeldmateriaal van kinderen alleen dan strafbaar te laten zijn wanneer hen daarbij 7 schade is berokkend door omkoping, misleiding of dwang. Zo zouden kinderen beschermd worden zonder dat hun seksualiteit onzichtbaar wordt gemaakt en daarmee getaboeiseerd. Bij de tentoonstelling en verspreiding van materiaal dient zich een volgend probleem aan, namelijk dat van de privacy van kinderen. Ook indien het gaat om integere beelden van seksueel gedrag van kinderen staat het recht op verspreiding daarvan voor mij niet vast. Het is redelijk om ervan uit te gaan dat de overgrote meerderheid der niet-volwassenen het niet prettig zal vinden als dergelijke afbeeldingen van hen op internet circuleren. Het lijkt mij daarom gewenst dat de wetgever de privacy van kinderen beschermt door de verspreiding van zulk materiaal aan banden te leggen. Dit zou er echter toe kunnen leiden dat dezelfde zedelijkheidsgedachte via een achterdeur toch weer binnensluipt. Het is moeilijk te aanvaarden dat Pasolini’s Honderdtwintig Dagen van Salo, waar[1]in kinderen figureren in een seksuele rol, niet vertoond zou mogen worden; of dat een fotoboek over de jeugdcultuur met daarin afbeeldingen van jongeren in seksuele poses in beslag genomen zou worden. Hier staan de seksuele emancipatie van jongeren en hun recht op privacy dus enigszins tegen[1]over elkaar. Een mogelijke oplossing is het verspreiden van beeldmateriaal vanuit een ander dan informatief, wetenschappelijk, cultureel of artistiek oogmerk strafbaar te houden. In de praktijk zou dit er op neer komen dat we, als het gaat om seks-sites, de privacy van jongeren laten prevaleren, terwijl elders het emancipatorische motief de doorslag geeft. Hierbij zij opgemerkt dat de criminele kinderpornobranche in het seksuele circuit is geconcentreerd. Zoals bij elk model zouden ook hier de randen worden opgezocht. Beheerders van kinderporno-sites zouden zich zonder twijfel beroepen op hun informatieve oogmerk, maar het is niet aannemelijk dat de rechter hen daarin zou volgen. Omgekeerd zou het op grond van de privacy-wetgeving ouders en kinderen nog steeds vrij staan om wettelijk be[1]zwaar te maken tegen vertoning van concreet beeldmateriaal ook buiten seks-sites, bijvoorbeeld in een galerie of in een met afbeeldingen verluchtigde wetenschappelijke studie over kinderporno.

***

 

De wet die het kijken naar kinderporno strafbaar gaat stellen kan worden beschouwd als de kroon op het bezitsverbod, maar tegelijk perkt zij de vrijheid van burgers verder in. Ik denk dat we dit niet moe[1]ten willen. Ook het bezitsverbod zou beter opgeheven kunnen worden. Het komt vaker voor dat democratische rechtsstaten de handel in of de vertoning van beeldmateriaal of geschriften verbieden. Dat ook het bezit ervan verboden wordt is zeer uitzonderlijk. Het is niet illegaal om Mein Kampf in de kast te hebben staan. Dat het lezen van een tekst of het bekijken van beeldmateriaal strafbaar wordt is bij mijn weten niet eerder in een democratie vertoond. Alleen ten aanzien van kinderporno gaan regeringen daar tegenwoordig toe over. Hoe men ook over kinderporno denkt, deze maatregel heeft totalitaire kantjes. 8 In een vrije samenleving mogen burgers bekijken en lezen wat zij willen. De vraag is op grond waarvan wettelijke beperkingen zouden mogen worden opgelegd. Dat een tekst of afbeelding mens[1]onwaardig of weerzinwekkend is, is geen voldoende reden. Een democratische staat kent geen gedachtenmisdrijven, en stelt zich evenmin ten doel verkeerde fantasieën van haar burgers te bestrijden. Ook het aanstootbeginsel levert geen grond op om burgers te verbieden in hun eigen huiskamer kennis te nemen van mensonwaardige geschriften of beelden. Er moeten dus andere argumenten zijn om tot strafbaarstelling over te gaan. De twee meest aangevoerde lijken niet steekhoudend. Het eerste is de veronderstelling dat kijken naar kinderporno tot daadwerkelijk kindermisbruik zou kunnen leiden. Dit is een van de argumenten waarmee de strafbaar[1]stelling in 2002 van virtuele kinderporno verdedigd wordt. Men opereert dan vanuit de hypothese dat media-seks en –geweld een slechte invloed op kijkers hebben. Maar dit overtuigt niet. Er is veel onderzoek naar gedaan, en er worden inderdaad bescheiden media-effecten waargenomen; maar er is nooit een causaal verband aangetoond tussen kijkgedrag en daadwerkelijke criminaliteit. Het tweede argument is dat het bezit en bekijken van kinderporno bijdraagt tot de productie daarvan. Hier moet een onderscheid worden gemaakt tussen de commerciële en de niet-commerciële sector. Wie voor het materiaal betaalt financiert de productie en helpt deze in stand houden. Het lijkt daarom redelijk om de handeling van de aankoop van kinderporno, althans van materiaal waarvan de verspreiding strafbaar moet blijven, ook strafbaar te stellen. Voor waar het gaat om betalingsgegevens is de aangekondigde nieuwe wet vanuit het schadebeginsel te rechtvaardigen. Het probleem dat niet[1]betalend bezoek aan een commerciële website advertentie-inkomsten zou genereren speelt bij een illegale bedrijfstak vermoedelijk weinig, maar zou een randgeval zijn. De zaak ligt echter principiëel anders als het gaat om onbetaald materiaal op een niet[1]commerciële site. Op zichzelf is het bezit of bekijken van beeldmateriaal een passief gegeven. Door aankoop wordt de productie gevoed, maar het navolgende bezit berokkent geen extra schade. Maar is dit in het electronische tijdperk niet te simpel gesteld? Gratis downloaden levert weliswaar geen materiële bijdrage aan de productie, maar de beheerder van een website registreert wel hoe vaak zijn materiaal gedownload wordt. Zou de beheerder het downloaden dan niet kunnen beschouwen als een more[1]le stimulans? In de ogen van velen levert dit het sterkste argument op om bezit en bekijken te bestraffen. De redenatie lijkt mij echter te kort door de bocht. Toename van het aantal “consumenten” zal in de niet-commerciële kinderpornobranche nauwelijks tot toename van de productie leiden. Kinderpornoproducenten die het niet om het geld te doen is zijn “liefhebbers”. Ze vervaardigen hun materiaal primair voor hun eigen behoeften. Zelfs al waren zij de enige kijkers, dan zou de prikkel om nieuwe foto’s en filmpjes voor de eigen huiskamer te ver[1]vaardigen er nauwelijks minder op worden. Men zou kunnen tegenwerpen dat producenten hun productie opvoeren in de hoop dat ook anderen daarvoor in ruil beeldmateriaal op het net zetten. Dat is juist, maar daar staat tegenover dat de beschikbaarheid van beeldmateriaal op internet weer andere pedoseksuelen er juist van zal weerhouden zelf te produceren. Er is eigenlijk geen reden te bedenken 9 waarom niet-commerciële producenten hun activiteiten zouden reduceren als hun kijkerspubliek ver[1]schrompelt. Zelfs een goed geëffectueerd verbod op bezit of kijken zou nauwelijks van invloed blijken te zijn op het aantal gemaakte filmpjes en foto’s. Een bezit- en kijkverbod is zinloos in de bestrijding van de productie van materiaal, en kan al[1]leen een bijdrage leveren aan de ongewenste verspreiding daarvan. In het licht van de principiële ongewenstheid van een verbod op bezit van literatuur en beeldmateriaal lijkt mij dat dan echter een te zwaar middel. Het verbod leidt tot allerlei ongewenste ontwikkelingen. Om te handhaven moet de overheid achter de voordeur komen, hetzij door huiszoeking hetzij door via het internet binnen te dringen. Het bevordert klikgedrag van burgers. Ik zie hiervoor geen voldoende rechtvaardiging. Gezien het huidige opgewonden maatschappelijke klimaat, heb ik niet de illusie dat de Nederlandse politiek snel van koers zal veranderen. De ontketende tijdgeest, waarin conservatief fatsoen en repressieve bescherming elkaar duchtig aanblazen, zal niet tot makkelijk tot bedaren komen. Maar is het te veel om te vragen dat er iets meer afstand en nuchterheid in het debat terugkeert?

 

 *Dantzig, Rudi van, Voor een Verloren Soldaat (Amsterdam), 1986 *Fortuyn, Pim, Babyboomers. Autobiografie van een Generatie (Utrecht), 1998 *Graaf, Hanneke de, et al., Seks onder je 25e . Seksuele Gezondheid van Jongeren in Nederland Anno 2005 (Delft), 2005 *Harten, Jaap, Operatie Montycoat (Amsterdam), 1964 *Hekma, Gert, Homoseksualiteit in Nederland van 1730 tot de Moderne Tijd (Amsterdam), 2004 *Hekma, Gert, “Het erotische gelijkheidsideaal. Seksueel verlangen en sociaal onderscheid”, in: Brinkgreve, Christine, Rine van Daalen (red.), Over Gelijkheid en Verschil (Amsterdam), 2006, pp.73-82 *Kendall-Tackett, K.A., L.M. Williams, D. Finkelhor, “Impact of sexual abuse on children: a review and synthe[1]sis of recent empirical studies”, in: Psychological Bulletin, 1993, vol.113, no.1, pp.164-80 *Ree, Frank van, Pedofilie; een Controversiële Kwestie (Lisse), 2001 *Rind, Bruce, Philip Tromovitch, Robert Bauserman, “A meta-analytic examination of assumed properties of child sexual abuse using college samples”, in: Psychological Bulletin, 1998, vol.124, no.1, pp.22-53 *Sandfort, Theo, Jongens. Over Vriendschap en Seks met Mannen (Amsterdam) 1986 *Sandfort, Theo, Seksuele Ervaringen van Kinderen (Deventer), 1989 *Schaik, Eva van, Hans van Manen. Leven & Werk (Amsterdam), 1997 *Visser, Hans, Pedofilie (Rotterdam), 2007

 

https://www.unicef.nl/files/Kinderrechtenboekje%20covers%20jan2021.pdf

https://www.google.com/search?q=UNICEF%3A+pornografie+is+niet+altijd+schadelijk+voor+kinderen&rlz=1C1CHBD_nlNL896NL896&sourceid=chrome&ie=UTF-8

https://seksuelevorming.nl/onderwerpen/seksuele-ontwikkeling/

https://youtu.be/j_mWxN70h3E

 

Dus waarom staat de overheid het toe om mensen die niets met kindermisbruik en echte kinderporno wel door de wetgeving bestraft worden?

 

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Kinderporno de zondebok en schandpaal van de overheid

Kinderporno de zondebok en schandpaal van de overheid   Hoe vaak lees je het zowel in de krant, het internet of verschijnt het bericht op de radio en televisie, dat er mensen zijn opgepakt voor het in het bezit hebben van kinderporno. De wetgeving en overheid houden vol dat het alleen om beelden gaat van seksueel kindermisbruik, maar in de praktijk en vele nieuws berichten blijken ook tot de verbazing de allerdaagse normale dingen tot kinderporno en dus een zedenmisdrijf zijn.   Sinds wanneer is een douche nemen een zedenmisdrijf? Sinds wanneer is het nemen van een sauna een zedenmisdrijf? Sinds wanneer is een bezoek aan het naaktstrand een zedenmisdrijf? Sinds wanneer is naturisme een zedenmisdrijf? Sinds wanneer is het vrijwillig zonder dwang seks hebben een zedenmisdrijf?   De overheid en zowel politie, justitie en het OM blijven ontkennen dat de opgenoemde punten niets met een zedenmisdrijf of kinderporno te maken hebben, maar toch zijn er genoeg zaken bewijzen en fei...

Kinderporno als hersenspoeling?

Kinderporno als hersenspoeling? Op de vraag of kinderporno een politieke hersenspoeling is, geeft Erik van Ree na zijn onderzoeken en in zijn artikel al aan dat uit alles blijkt Ik heb de indruk dat het kind fungeert als een scherm waarop we de angsten van onze tijd uitvergroot projecteren. Dit komt de redelijkheid in de wetgeving ten aanzien van zowel kinderporno als pedofilie niet ten goede. Een situatie die ook in de Corona tijd werd toegepast, de overheid legt een psychologische druk op de samenleving, pas op voor het gevaarlijke Corona virus of de verschrikkelijke kinderporno dat niets meer is als naturisten kinderen die spelen op het strand. De overheid bedriegt de samenleving met de verhalen dat achter elke afbeelding van kinderporno misbruik plaats vind. Nu moet de Nederlandse Overheid en consorten maar eens uitleggen welk misbruik, als foto’s van kinderen spelende op het naaktstand, kinderen in de sauna of onder de douche er met deze kinderen plaatsvind, en welke problemen ...

Kinderporno: informatie of hersenspoeling?

 Kinderporno: informatie of hersenspoeling? De auteur is politicoloog, beleidscoördinator van de landelijke NVSH en hoofdredacteur van 'De nieuwe Sekstant' DRS. MARTIN MAASSEN 2 augustus 1994 , 00:00 Maar niet alleen de vervaardiging, ook de tentoonstelling, de verspreiding en dergelijke zijn strafbaar gesteld. In juli 1985 haalde in Nederland de nieuwe pornowet de politieke eindstreep, met dien verstande dat alleen de strafwaardigheid van kinderporno in de nieuwe wetgeving terugkeerde. Onder hevige druk van de VS en Groot-Brittannië besloot de toenmalige minister van justitie, Korthals Altes, te elfder ure kinderporno als apart delict strafbaar te stellen.Nu ex-minister Hirsch Ballin heeft voorgesteld om artikel 240b drastisch aan te passen (strafmaat zestien maal hoger; ook het privé-bezit van kinderporno wordt een strafbaar feit) zullen de feiten deze rigoureuze aanpassing wel onderbouwen. Immers, de memorie van toelichting bij het nieuwe...