Het is tijd om naaktrecreatie uit het Wetboek van Strafrecht te halen
Opinie: Doe als de Denen en maak naakt
recreëren overal mogelijk, zonder
dreiging van boetes
Het is tijd om naaktrecreatie uit het Wetboek van Strafrecht te
halen, want de vage bepaling leidt tot botsingen met
fatsoenrakkers. Neem Denemarken als voorbeeld: daar mag
het op alle stranden.
Niets staat zon-, zee- en strandaanbidders in de weg zich grotendeels
ontkleed aan hun liefhebberij over te geven (behalve het weer dan).
Maar wie zich van de resterende schaamlapjes wil ontdoen vindt nog
steeds obstakels op zijn weg. Het aantal naaktstranden is beperkt en
de wet uit 1986 die het mogelijk maakt onder bepaalde voorwaarden
alles uit te trekken op plaatsen die niet als naaktstrand zijn
aangewezen, biedt alleen onverschrokken naaktrecreanten soelaas.
Ongekleed zijn in het openbaar (ook in een recreatieve setting) is
namelijk in essentie nog steeds een strafbaar feit. Een excessieve en
volstrekt overbodige inbreuk op de vrijheid van het individu.
Naaktheid als op zichzelf staand feit hoort niet thuis in het Wetboek
van Strafrecht.
Vrijgeven van recreatief naakt zou een goede eerste stap zijn. In de
historie van veel, zo niet alle culturen beperkt de samenleving in
voortplanting, relaties en seksualiteit. Want voortplanting en alles
wat daarmee samenhangt is in die culturen een zaak van de
samenleving.
Aangewezen naaktstranden
Los van de principiële kant van de zaak, de nadelen van door de
gemeente aangewezen naaktstranden zijn legio. Voor de meeste
Nederlanders is het dichtstbijzijnde naaktstrand niet naast de deur
terwijl er voor de geklede recreant altijd wel een strandje in de buurt
te vinden is. En een naaktstrand heeft veel trekken van een reservaat,
een afgesloten gebied waar een minderheid bij elkaar, en weggestopt
wordt die elders niet welkom is.
Dat het deel van de minderheid dat zich naar het naakstrand laat
verbannen eenzijdig is samengesteld, voor het overgrote deel
mannen, alleen of in groepjes (op een paar gemengde stellen na,
meestal op leeftijd) geeft zeker nieuwkomers niet het gevoel: hier wil
ik zijn. Vooral jongeren niet die met skinny dipping willen
experimenteren.
Munitie voor fatsoensrakkers
Artikel 430a van het Wetboek van Strafrecht dat het sinds 1986 in
zekere zin legaal maakt (mits is voldaan aan een cruciale maar uiterst
vage voorwaarde) naakt te recreëren op plaatsen waar geen bordje
met naakstrand staat, geeft nog steeds munitie aan fatsoensrakkers.
De voorwaarde is dat die plaatsen er geschikt voor zijn. Of dat zo is
mag iedereen voor zichzelf beoordelen, en dus liggen
meningsverschillen (en conflicten) op de loer. Met fatsoensrakkers,
en met de handhavers van de wet. In voorkomende gevallen bepaaltWie het erop waagt is dus vogelvrij. In de praktijk zijn alleen die
plekken veilig om alles uit te trekken waar je niemand tegenkomt die
met je van mening zou kunnen verschillen. Waar dient die wet dan
nog voor? En waar vind je überhaupt zo'n plek in het dichtbevolkte
Nederland? Een ander opmerkelijk aspect van artikel 430a is dat het
in de sectie openbare orde van het wetboek is opgenomen. Terwijl
niet de naakte recreant, maar degene die aanstoot neemt in
voorkomende gevallen de openbare orde verstoort, teneinde aan deze
‘inbreuk op de goede zeden’ een eind te maken.
Taboe en vooroordelen
De wet zoals zij is houdt het taboe op naaktheid met alle daaraan
verbonden vooroordelen in stand. De huidige wetgeving geeft zo de
(in badkleding of gewone kleren) geklede mens in de praktijk de kans
om aanspraak te maken op een recht dat nergens op gebaseerd is,
namelijk het ‘recht’ om gevrijwaard te blijven van de aanblik van het
naakte lichaam van een ander. Wie zich daarop meent te kunnen
beroepen, speelt het vaak via kinderen. Dat juist kinderen beschermd
zouden moeten worden tegen de aanblik van naakte lichamen. Zo
wordt kinderen geleerd dat er iets mis is met naaktheid. De methode
om een taboe in stand te houden.
Dat het anders kan bewijst Denemarken. Stranden daar zijn in
principe clothing optional. Alles recreëert er door elkaar: badgasten in
zwemkleding in de kleuren rood, geel, blauw, groen en paars, van
laatste mode tot model oma en opa, van slobberig tot strak, van hoge
bedekkingsgraad via niemendalletjes naar helemaal niets. Diversiteit
en inclusie gaan niet alleen over sekse en etniciteit maar ook over
individuele keuzes.
Het Deense model kan ook in Nederland probleemloos ingevoerd
worden. De ervaring leert nu al dat wie het waagt naakt te zijn op een
strand (of een ander recreatieterrein) dat niet als naaktstrand is
aangewezen, en zich niet anders gedraagt dan andere recreanten,
meestal probleemloos geaccepteerd wordt. Invoeren van het Deense
model in de wereld van de recreatie zou ook degenen die beren op de
weg zien, kunnen overtuigen dat naaktheid niet in het strafrecht
thuishoort.
Bron: https://volkskrant.nl/a-b61966cb
Reacties
Een reactie posten