Aanwijzing kinderpornografie
SAMENVATTING
Deze aanwijzing geeft
een kader en regels voor de strafrechtelijke aanpak van zaken betreffende
kinderpornografie. De aanwijzing is een aanvulling op de Aanwijzing zeden, die
onverkort van toepassing is op kinderpornozaken, tenzij in de Aanwijzing
kinderpornografie anders wordt aangegeven.
Bij de aanpak
van kinderpornografie wordt aangesloten bij de uitgangspunten voor de
strafbaarstelling van kinderpornografie, blijkend uit de parlementaire
geschiedenis [1]:
- Minderjarigen dienen
beschermd te worden tegen het seksuele misbruik dat bij de vervaardiging
plaatsvindt;
- Minderjarigen dienen
beschermd te worden tegen het in omloop brengen van het materiaal waarop
ze seksueel misbruikt worden;
- Minderjarigen dienen
beschermd te worden tegen materiaal dat misbruik inhoudt of suggereert.
Dit materiaal kan dienen om minderjarigen aan te moedigen of te verleiden
deel te nemen aan seksueel gedrag.
- De subcultuur die seksueel
misbruik van minderjarigen bevordert of als normaal en acceptabel probeert
voor te stellen dient als zodanig te worden bestreden.
1. ACHTERGROND
1.1 Kinderpornografie
Strafbare
feiten met betrekking tot kinderpornografie zijn zedendelicten en daarmee
ernstige schendingen van de lichamelijke en geestelijke integriteit van het
slachtoffer. De omstandigheden waaronder minderjarigen slachtoffer worden van
het vervaardigen van kinderpornografie alsmede de gevolgen ervan voor het
persoonlijk leven van het slachtoffer en zijn of haar omgeving, zijn bijzonder
divers en moeilijk meetbaar. Net als bij overige zedendelicten, moet bij
onderzoek en vervolging van kinderpornografie daarom uiterste zorgvuldigheid
worden betracht.
Een bijkomend
en leedverzwarend element van kinderpornozaken is het aspect van internet: een
eenmaal verspreide afbeelding kan niet meer verwijderd worden en kan binnen een
korte periode nog vele malen bekeken of gedownload. Die wetenschap dragen
slachtoffers van kinderporno-delicten altijd met zich mee. Het gegeven dat een
afbeelding op internet verspreid wordt en gedownload kan worden kan steeds
herhaald slachtofferschap tot gevolg hebben.
De productie
en verspreiding van kinderpornografie is bij uitstek een grensoverschrijdende
zaak. Veel kinderpornografisch materiaal wordt geproduceerd in landen waar dat
met minder risico kan dan in Nederland. Andersom kan in Nederland geproduceerd
materiaal op de wereldwijde markt gebracht worden. Vervolgens wordt het, veelal
via internet, in zeer korte tijd wereldwijd verspreid. Mondiaal is er een
gigantisch aanbod van kinderpornografisch materiaal en een grote afzetmarkt. De
lucrativiteit van deze handel is enorm.
Het gebruik
van minderjarigen in de internationale seksindustrie kent vele vormen. Dat
levert behalve kinderpornografisch materiaal (waarop expliciete seksuele
activiteit zichtbaar is of kinderen in erotische poses zijn afgebeeld) ook
materiaal op dat niet evident strafbaar is, maar waarvoor wel kinderen zijn
geëxploiteerd. Bezit van dergelijk materiaal kan dan ook bijdragen aan een
verdenking ten aanzien van kinderpornografie.
1.2 Onderzoek naar
kinderpornografie
Veel
slachtoffers van kinderpornozaken zijn kwetsbaar. Tegelijkertijd hebben
onderzoeken naar kinderpornografie een grote maatschappelijke impact en een
grote impact op het leven en de omgeving van de verdachte. Deze factoren
maken dat onderzoeken naar kinderpornografie met uiterste zorgvuldigheid moeten
worden uitgevoerd. De diverse belangen worden per zaak afgewogen en de
prioritering van handelen vindt plaats op basis van deze afweging.
1.3 De rol van het strafrecht
De focus van
de strafrechtelijke aanpak van kinderpornografie is, naast het aanpakken van
mensen die kinderpornografie downloaden of zich daar toegang toe verschaffen,
met name gericht op verspreiders en producenten van kinderpornografie. Bij de
verdenking van seksueel misbruik, vervaardiging van kinderpornografie, commerciële
of grootschalige verspreiding, wordt in beginsel strafrechtelijk opgetreden.
Eventuele
instemming van minderjarigen maakt dit niet anders. Minderjarigen kunnen de
(lange-termijn)gevolgen van deelname aan het maken en het in omloop brengen van
pornografisch materiaal waar zij zelf op staan, anders dan de meeste
volwassenen, niet altijd goed overzien en worden om die reden beschermd door de
wet. Het strafrechtelijk optreden van het openbaar ministerie sluit
hierbij aan.
Waar sprake
is van een verdenking van alleen downloaden, bezit of kleinschalige
verspreiding, wordt maximaal ingezet op het voorkomen van herhaald daderschap.
In deze gevallen kan vanuit het perspectief van het vergroten van de veiligheid
gekozen worden voor een buitengerechtelijk traject, waarin snel ingrijpen en
snel starten van adequate daderbehandeling prevaleren.
1.4 Seksueel digitaal gedrag
door minderjarigen
Het is meer
en meer gebruikelijk dat mensen onderling erotische afbeeldingen van elkaar en
zichzelf uitwisselen via internet of smartphone (het zogenaamde ‘sexting’). Ook
gaan mensen meer en meer contacten aan waarbij zij seksuele handelingen
verrichten voor de webcam. Seksualiteit beleven en uitwisselen op deze manier
gebeurt ook tussen minderjarigen onderling of minder- en meerderjarigen tussen
wie een gering leeftijdsverschil bestaat. In veel gevallen is er sprake van
consensus tussen de betrokkenen, zijn de belangen van de betrokken
minderjarigen door deze vorm van seksualiteit niet geschaad en kan het gedrag
gezien worden als leeftijdsadequaat. Er is dan weliswaar strikt genomen sprake
van vervaardigen of bezitten van kinderpornografie, maar het openbaar
ministerie acht strafrechtelijk optreden in dergelijke gevallen niet opportuun.
Waar wel
schade is, moet goed worden afgewogen of de inzet van het strafrecht de juiste
vorm is om deze schade te beperken en/of te herstellen. Alternatieve
mogelijkheden, zoals het bijsturen van (internet)gedrag of het voorlichten van
minderjarigen en/of hun ouders, kunnen in bepaalde gevallen meer en beter
effect sorteren.
Er zijn ook
gevallen waarin het beeldmateriaal wordt vervaardigd of verspreid met de
bedoeling om dwang uit te oefenen, te pesten of te chanteren. Of waarbij er wel
degelijk sprake is van een groot leeftijdsverschil, soms zonder dat de
minderjarige zich hiervan bewust is. Ook anderszins kunnen de gevolgen van het
vervaardigen en/of verspreiden van het beeldmateriaal voor de minderjarige zeer
ernstig zijn. Leidend criterium bij de afweging of vervolging is aangewezen, is
de schade die is berokkend aan de afgebeelde minderjarige en het belang van
deze minderjarige (en eventuele andere betrokkenen).[2]
Reacties
Een reactie posten